Favoriete restaurant
Frank Verhoef: Ieder restaurant waar de bediening op orde is. Dat betekent: vriendelijke gezichten, ook als gasten bepaalde (lastige) wensen hebben, én drinken dat op tijd wordt bijgeschonken. Als je uit eten gaat, betaal je een flinke smak geld. Dan moet je je welkom voelen en je moet het gevoel hebben dat je in de watten wordt gelegd. Met name om die reden ben ik een fan van Tapisco, Portfolio en Zheng (voorheen Han Ting). Naast de copieuze diners – zo veel lekker eten is echt een luxe, dat moet je nooit vergeten – is er volop aandacht voor de gasten. Hopelijk leidt deze kwaliteit van bediening én eten ooit weer tot een tweede Michelinster in Den Haag.

Lekkerste taartje
Verhoef: De daahn tāat: een eiertaartje uit Hongkong. Ze zijn minder bekend dan de Portugese pastéis de nata, maar zijn veel lekkerder. Minder zoet, meer laagjes deeg. Je vindt ze bij de twee Chinese bakkers St. Anny en Li&U in Chinatown, in de Wagenstraat en op de Gedempte Gracht. Sommige Chinese dimsumrestaurants bieden het ook aan, maar bij ‘roltrapchinees’ Full Moon City zijn ze vaak snel op. Eiertaartjes – licht zoetig door de custard en lekker vol van smaak door het deeg en de boter die wordt gebruikt – zijn een verwennerij, vooral vers uit de oven. Thuis eventjes opwarmen kan natuurlijk ook.

Guilty pleasure
Verhoef: In Den Haag heb je weinig goede sushirestaurants, dus je komt er vrij karig vanaf als je sushi wilt eten. Natuurlijk, er zijn talloze zaakjes die california rolls maken met veel saus. Echt Japans is het niet. Oni in de Prinsestraat is een van de beste, maar die bezorgt niet bij mij thuis in Laak. Daarom bestel ik één of soms twee keer per maand twaalf stukjes geflambeerde zalmsushi bij Momiji in Chinatown. En dat eet ik dan binnen vijf minuten op. Althans, zo voelt het. Het is puur schaamteloos schransen. Na afloop lig ik meestal in een foodcoma op de bank. Oeps. 

Waar in Den Haag krijg jij een vakantiegevoel?
Verhoef: Niet aan het strand, maar in de binnenstad. Wat ik het liefste doe, is lekker een uurtje of twee wandelen via het Spui, het Plein, langs de Hofvijver en via het Korte en Lange Voorhout naar het Noordeinde. Hier en daar zie je plukjes toeristen, maar dan van het soort waar de stad blij van wordt. Onderweg haal ik ergens een espresso of een ijsje. Als het zo uitkomt, haal ik wat bij speciaalzaken in het Hofkwartier. Iets lekkers mag dan wat extra’s kosten, net als op vakantie. Genieten!” 

Gouden tip
Verhoef: Den Haag is veel Indische restaurants en toko’s rijk. Na een avondje bowlen in de Scheveningse Palace Promenade – lekker oubollig – is het erg fijn om via de boulevard een kleine wandeling te maken naar een van de betere restaurants aan het water: Seinpost Indonesia. Een paar sateetjes, een portie pittige rendang, een ijskoude Bintang of twee en als je de juiste tafel hebt zicht op de ondergaande zon: ja, daar kan vrij weinig tegenop.

Bijzondere winkel:
Waarschijnlijk loop je zo voorbij The Course of Time aan het Noordeinde 157. De onopvallende klokkenwinkel en -maker zit er al jaren. De collectie bestaat uit mechanische (pendule)klokken, Friese staartklokken en staande klokken die 250 jaar oud zijn. Mijn zoontje van vijf is dol op klokken en kijkt zijn ogen uit. In deze winkel neem je de tijd om even te onthaasten en doe je bijna letterlijk een stapje terug in de tijd.