Project 2.0 en de kunst van het ophangen
Met gereedschapskist en waterpas trekt galeriehouder Coen van den Oever van Project 2.0 door het land. Van enorme schilderijen tot kleinere kunstfoto’s, alles hangt hij zelf op bij de kopers thuis. “Pas als het werk op de ultieme plek hangt, ben ik tevreden.”
DATUM
29 maart 2023
TEKST
Jasper Gramsma
BEELD
Brian Mul
Project 2.0 en de kunst van het ophangen
Met gereedschapskist en waterpas trekt galeriehouder Coen van den Oever van Project 2.0 door het land. Van enorme schilderijen tot kleinere kunstfoto’s, alles hangt hij zelf op bij de kopers thuis. “Pas als het werk op de ultieme plek hangt, ben ik tevreden.”
““Ik heb in mijn carrière misschien wel twintigduizend kunstwerken bij particulieren en bedrijven opgehangen,” stelt Coen van den Oever van galerie Project 2.0. “Het grappige is dat ik me al die plekken nog levendig herinner. Handig, dat fotografische geheugen van mij.” En de teller blijft lopen. Direct na dit interview in het Haagse stapt Van den Oever weer in zijn bus, op weg naar de volgende bestemming: Rotterdam.
Project 2.0
Sinds dertig jaar vertegenwoordigt de eigenaar-curator van Project 2.0 Gallery en De Galerie Den Haag aan het Noordeinde internationaal vermaarde kunstenaars als Casper Faassen, Patrick Willocq en Ben Thomas. “Zelfs op dit niveau zijn er weinig galeriehouders die tot over de drempel meedenken,” constateert hij met hoorbare verbazing.
Het idee om elk werk persoonlijk af te leveren en op te hangen ontstond door een van zijn vroege klanten. “Hem had ik eerst iets kleins verkocht dat hij gewoon meenam uit de galerie. Een jaar later bracht ik zijn volgende aankoop, een veel groter werk, aan huis,” legt Van den Oever uit.
‘Mensen vinden kunst een beetje eng’
Eenmaal binnen zag hij dat het kleine werk nog steeds op de grond stond. “Ik vroeg de koper waarom, en die antwoordde: ‘Ik heb het niet durven ophangen.’ Blijkbaar vinden mensen kunst een beetje eng, ze willen het niet aanraken uit angst het te beschadigen. Toen ben ik het zelf gaan doen bij al mijn klanten. Een werk komt tenslotte pas tot z’n recht als het op de ultieme plek hangt. Dat is het leukste aan mijn vak, dan ben ik tevreden.”
A-locaties
Zichtlijnen, vormen en gebruiksfuncties, daar draait het om in een ruimte bij de zoektocht naar wat de galeriehouder ‘A-locaties’ noemt. Om dat te illustreren bladert de galeries van Project 2.0 op zijn telefoon door wat snapshots. “Kijk, dit werk van Manon Hertog heb ik net afgeleverd bij een vrouw die ik ontmoette op ‘Unseen’, een belangrijke beurs in Europa.”
De innovatieve beeltenis van een klassieke apothekerspot hangt prominent in de entreehal, waar hij vanuit alle richtingen te zien is en tegelijk de al aanwezige designobjecten versterkt. “Een andere optie was een kamer met lambrisering, maar die sloot het werk als het ware op. Daar hou ik rekening mee in mijn advies, net als met iets praktisch als de juiste hoogte.”
‘Volg je kippenvel en er komt vanzelf lijn in je verzameling’
Opvallend vaak sluit het aangekochte werk aan bij de kunst die Van den Oever aantreft in al die huizen en bedrijfspanden. “Kunst koop je met je gevoel. Volg je kippenvel en er komt vanzelf een lijn in je verzameling,” aldus de expert. Het brengt hem op een foto van David Hummelen die hij onlangs ophing bij een koper in Amsterdam. “Het huis is van een niveau dat ik nooit eerder heb gezien: cleaner dan clean en met alleen maar hoogwaardige kunst. Daar past het strakke, gedisciplineerde werk van David uitstekend tussen, die twee horen bij elkaar. Ik heb de foto naast de voordeur gehangen, in de openbare ruimte van het wooncomplex. Zo vangt het direct je blik als je uit de lift stapt.”
‘Dit was jouw snelste verkoop ooit, toch Coen?!’
Door zijn aanpak weet de man achter Project 2.0 zich omringd door loyale kunstenaars én liefhebbers. “Ze kunnen doorgroeien bij mij en dat resulteert in jarenlange relaties,” verklaart hij. Al vanaf de eerste kennismaking heeft de galeriehouder een bijzondere band met Joris van den Broek. “Een jaar of tien geleden stond ik toevallig voor de galerie en zag ik Coen met een schilderij sjouwen van Christiaan Lieverse,” vertelt de joviale projectontwikkelaar als hij zich in het gesprek mengt. “Een gaaf portret van een Aziatische vrouw met fascinerende lippen. Ik zei meteen, met mijn grote mond: ‘Dat wil ik hebben!’” Dan, met een knipoog en een por: “Dertig seconden. Jouw snelste verkoop ooit, toch Coen?!”
Denis Rouvre
Van den Broek is verzamelaar van moderne kunst. Zo heeft hij ook werken van de Franse fotograaf Denis Rouvre en de Canadese kunstenaar Franco DeFrancesca bij Van den Oever aangeschaft. “Mijn woonkamer is behoorlijk groot, dus het moeten wel werken van flink formaat zijn. De Lieverse is zo’n tweeënhalf bij twee,” gebaart hij. “En het is een van de betere,” vult Van den Oever aan. “Een uniek schilderij omdat Lieverse ook veel mixed art heeft gemaakt. Internationaal is er veel vraag naar, maar er komt op dit moment niets nieuws omdat hij een sabbatical heeft genomen.” “Ja, het is een mooie investering,” erkent Van den Broek. “Maar kunst koop ik omdat ik het mooi vind, niet om mee te speculeren.”
Inmiddels hebben Coen van den Oever en Joris van den Broek elkaar ook op zakelijk vlak gevonden. “Weer zo brutaal van mij,” lacht de vastgoedman. “Ik vroeg Coen of hij een van mijn projecten met kunst wilde inrichten voor de verkoop. Normaal deed ik dat nooit, maar dit was een speciaal geval: een oud kinderdagverblijf in de Tollensstraat waar vier waanzinnige appartementen in waren gemaakt. Een leeg huis mist vaak een ziel, kunst kan daarbij helpen. En ik word er zelf gewoon heel vrolijk van. Dus kwam Coen met vreselijk mooie fotografie van Denis Rouvre. Een Frans expatgezin was er zo van gecharmeerd dat ik het appartement aan hen heb verkocht – met de kunst erbij.”
“Ja, dat was een mooi compliment voor onze samenwerking,” zegt Van den Oever. “Nu richt ik regelmatig projecten in voor Joris en daarin krijg ik alle vrijheid.” “Natuurlijk!”, onderbreekt Van den Broek hem enthousiast. “Af en toe gaat Coen helemaal los, maar het resultaat is altijd prachtig. We vertrouwen elkaar; na al die jaren praten we over veel meer dan alleen kunst.”
tekst Jasper Gramsma beeld Brian Mul
““Ik heb in mijn carrière misschien wel twintigduizend kunstwerken bij particulieren en bedrijven opgehangen,” stelt Coen van den Oever van galerie Project 2.0. “Het grappige is dat ik me al die plekken nog levendig herinner. Handig, dat fotografische geheugen van mij.” En de teller blijft lopen. Direct na dit interview in het Haagse stapt Van den Oever weer in zijn bus, op weg naar de volgende bestemming: Rotterdam.
Project 2.0
Sinds dertig jaar vertegenwoordigt de eigenaar-curator van Project 2.0 Gallery en De Galerie Den Haag aan het Noordeinde internationaal vermaarde kunstenaars als Casper Faassen, Patrick Willocq en Ben Thomas. “Zelfs op dit niveau zijn er weinig galeriehouders die tot over de drempel meedenken,” constateert hij met hoorbare verbazing.
Het idee om elk werk persoonlijk af te leveren en op te hangen ontstond door een van zijn vroege klanten. “Hem had ik eerst iets kleins verkocht dat hij gewoon meenam uit de galerie. Een jaar later bracht ik zijn volgende aankoop, een veel groter werk, aan huis,” legt Van den Oever uit.
‘Mensen vinden kunst een beetje eng’
Eenmaal binnen zag hij dat het kleine werk nog steeds op de grond stond. “Ik vroeg de koper waarom, en die antwoordde: ‘Ik heb het niet durven ophangen.’ Blijkbaar vinden mensen kunst een beetje eng, ze willen het niet aanraken uit angst het te beschadigen. Toen ben ik het zelf gaan doen bij al mijn klanten. Een werk komt tenslotte pas tot z’n recht als het op de ultieme plek hangt. Dat is het leukste aan mijn vak, dan ben ik tevreden.”
A-locaties
Zichtlijnen, vormen en gebruiksfuncties, daar draait het om in een ruimte bij de zoektocht naar wat de galeriehouder ‘A-locaties’ noemt. Om dat te illustreren bladert de galeries van Project 2.0 op zijn telefoon door wat snapshots. “Kijk, dit werk van Manon Hertog heb ik net afgeleverd bij een vrouw die ik ontmoette op ‘Unseen’, een belangrijke beurs in Europa.”
De innovatieve beeltenis van een klassieke apothekerspot hangt prominent in de entreehal, waar hij vanuit alle richtingen te zien is en tegelijk de al aanwezige designobjecten versterkt. “Een andere optie was een kamer met lambrisering, maar die sloot het werk als het ware op. Daar hou ik rekening mee in mijn advies, net als met iets praktisch als de juiste hoogte.”
‘Volg je kippenvel en er komt vanzelf lijn in je verzameling’
Opvallend vaak sluit het aangekochte werk aan bij de kunst die Van den Oever aantreft in al die huizen en bedrijfspanden. “Kunst koop je met je gevoel. Volg je kippenvel en er komt vanzelf een lijn in je verzameling,” aldus de expert. Het brengt hem op een foto van David Hummelen die hij onlangs ophing bij een koper in Amsterdam. “Het huis is van een niveau dat ik nooit eerder heb gezien: cleaner dan clean en met alleen maar hoogwaardige kunst. Daar past het strakke, gedisciplineerde werk van David uitstekend tussen, die twee horen bij elkaar. Ik heb de foto naast de voordeur gehangen, in de openbare ruimte van het wooncomplex. Zo vangt het direct je blik als je uit de lift stapt.”
‘Dit was jouw snelste verkoop ooit, toch Coen?!’
Door zijn aanpak weet de man achter Project 2.0 zich omringd door loyale kunstenaars én liefhebbers. “Ze kunnen doorgroeien bij mij en dat resulteert in jarenlange relaties,” verklaart hij. Al vanaf de eerste kennismaking heeft de galeriehouder een bijzondere band met Joris van den Broek. “Een jaar of tien geleden stond ik toevallig voor de galerie en zag ik Coen met een schilderij sjouwen van Christiaan Lieverse,” vertelt de joviale projectontwikkelaar als hij zich in het gesprek mengt. “Een gaaf portret van een Aziatische vrouw met fascinerende lippen. Ik zei meteen, met mijn grote mond: ‘Dat wil ik hebben!’” Dan, met een knipoog en een por: “Dertig seconden. Jouw snelste verkoop ooit, toch Coen?!”
Denis Rouvre
Van den Broek is verzamelaar van moderne kunst. Zo heeft hij ook werken van de Franse fotograaf Denis Rouvre en de Canadese kunstenaar Franco DeFrancesca bij Van den Oever aangeschaft. “Mijn woonkamer is behoorlijk groot, dus het moeten wel werken van flink formaat zijn. De Lieverse is zo’n tweeënhalf bij twee,” gebaart hij. “En het is een van de betere,” vult Van den Oever aan. “Een uniek schilderij omdat Lieverse ook veel mixed art heeft gemaakt. Internationaal is er veel vraag naar, maar er komt op dit moment niets nieuws omdat hij een sabbatical heeft genomen.” “Ja, het is een mooie investering,” erkent Van den Broek. “Maar kunst koop ik omdat ik het mooi vind, niet om mee te speculeren.”
Inmiddels hebben Coen van den Oever en Joris van den Broek elkaar ook op zakelijk vlak gevonden. “Weer zo brutaal van mij,” lacht de vastgoedman. “Ik vroeg Coen of hij een van mijn projecten met kunst wilde inrichten voor de verkoop. Normaal deed ik dat nooit, maar dit was een speciaal geval: een oud kinderdagverblijf in de Tollensstraat waar vier waanzinnige appartementen in waren gemaakt. Een leeg huis mist vaak een ziel, kunst kan daarbij helpen. En ik word er zelf gewoon heel vrolijk van. Dus kwam Coen met vreselijk mooie fotografie van Denis Rouvre. Een Frans expatgezin was er zo van gecharmeerd dat ik het appartement aan hen heb verkocht – met de kunst erbij.”
“Ja, dat was een mooi compliment voor onze samenwerking,” zegt Van den Oever. “Nu richt ik regelmatig projecten in voor Joris en daarin krijg ik alle vrijheid.” “Natuurlijk!”, onderbreekt Van den Broek hem enthousiast. “Af en toe gaat Coen helemaal los, maar het resultaat is altijd prachtig. We vertrouwen elkaar; na al die jaren praten we over veel meer dan alleen kunst.”