Taat & De Regt

Alles kon toen catering rock-’n-roll was

Taat & De Reg

DATUM

20 mei 2020

TEKST

Casper Postmaa

BEELD

Piet Gispen

Het cateringbedrijf Taat & De Regt was een van de smaakmakers in het Den Haag van de jaren tachtig. Alles kon, the sky was the limit. Journalist Casper Postmaa schreef een fascinerend boek over deze twee ondernemers uit de Vogelwijk.

Als je de verhalen mag geloven, viel er in de jaren zeventig en tachtig weinig te beleven in Den Haag. De wilde jaren van de popscene waren voorbij en de residentie leek weer weg te dommelen in dromen over Indië en het fin-de-siècle.

Spektakel

Maar rock-’n-roll was er nog steeds, zij het van een andere signatuur. In 1979 stonden twee jonge ondernemers op die het gezicht van Den Haag in de jaren tachtig mede zouden bepalen. Dick Taat (1949) en Jaap de Regt (1951) haalden met hun cateringbedrijf Taat & De Regt in één keer de bezem door het saaie landschap van recepties, ontvangsten en partijen. Geen slappe jus, plakjes cake en lauwe wijn meer, maar spektakel!


Wassenaarse ‘garden parties’ groeiden uit tot feesten die tot vroeg in de ochtend duurden.

Wassenaarse ‘garden parties’ groeiden uit tot feesten die tot vroeg in de ochtend duurden, met bars en bands in de tuin, lampionnen in de bomen en een nieuw fenomeen in Den Haag: de barbecue. Vooral dat laatste bleek een kaskraker te zijn; de vader van Dick Taat had ze ontworpen en in elkaar gezet op basis van oude olievaten.

‘De wonderjaren van Taat & De Regt’

De Haagse journalist Casper Postmaa schreef een boek over het roemruchte tweetal, ‘De wonderjaren van Taat & De Regt´. Het boek vertelt drie verhalen: één over de geschiedschrijving van de jaren tachtig in Den Haag.

Taat en de Regt waren zo bekend dat Jaap Vegter ooit een cartoon van het cateringduo maakte

Daarnaast kun je het lezen als een studieboek voor startende ondernemers die willen weten wat ze in de praktijk kunnen verwachten en ten slotte is het een verhaal over een unieke vriendschap. Want de hechte band tussen Dick en Jaap, die rond hun tiende jaar ontstond, was het platform waarop hun bedrijf kon gedijen.

Jonge medewerkers, gestoken in felgekleurde, gestreepte jasjes, waren al snel de favoriet waren bij de dames in de diverse Haagse en Wassenaars circuits.

Maar er waren meer factoren die maakten dat de dynamiek tussen stad en bedrijf zo bijzonder was. Als ongeschoolde nieuwkomers in het bedrijfsleven vertrouwden Dick Taat en Jaap de Regt in het begin vooral op hun eigen vriendenkring.

Vogelwijk

Jonge medewerkers, meestal uit de Vogelwijk, gestoken in felgekleurde, gestreepte jasjes – overgehouden aan een crickettour door Engeland – die dankzij hun energieke uitstraling en jeugdige enthousiasme al snel de favoriet waren bij de dames in de diverse Haagse en Wassenaars circuits. Het kwam nogal eens voor dat bepaalde partymanagers boven aan het menu stonden dat gastvrouwen in de villadorpen van de Randstad bij Dick Taat bestelden.


Zelden waren opdrachtgevers bestand tegen de charmes van de praatgrage verkoper.

Want Taat was de verkoper van het tweetal. Zonder twijfel was de door de praktijk afgedwongen taakverdeling tussen Dick en Jaap ook een sleutel tot hun succes. Jaap was de stille, keiharde werker die op de achtergrond wonderen verrichtte als het ergens tijdens de vele partijen – in de topjaren duizenden couverts per weekend – weer eens uit de hand liep omdat er in plaats van duizend genodigden vijftienhonderd gasten kwamen opdagen.

Culinaire brein

Daarnaast onderscheidde hij zich bij de talloze verbouwingen die het bedrijf vaak zelf uitvoerde. Taat was vrijwel in alles anders: zelden waren opdrachtgevers bestand tegen de charmes van de praatgrage verkoper, maar handig in de praktische zin van het woord was hij niet. ‘Wat mijn ogen zien, vernietigen mijn handen,’ is een gevleugelde uitspraak van hem, waarmee hij zichzelf ook tekortdoet. Want van een man die nog geen ei kon bakken, groeide hij uit tot het culinaire brein achter het zich steeds vernieuwende cateringbedrijf.

Jaap de Regt in zijn jonge jaren. De snor draagt hij nog altijd

De geschiedenis van Taat & De Regt is in elk opzicht groots en meeslepend, en misschien was het wel daarom dat Dick en Jaap de zaak begin jaren negentig verkochten, want in die tijd liepen ze ondanks hun ontzagwekkende inzet en creativiteit harde klappen op. Ze overleefden het en na een korte adempauze gingen ze als ondernemer ieder hun eigen weg. En ook toen waren ze succesvol

GREENS

Lees ook:
De beste wijn & spijs-plekken volgens wijngoeroe Nico McGough

 

En de vriendschap bleef overeind. ‘Waar maak je dat mee, dat duo’s die een intensieve werkrelatie hebben níét met ruzie uit elkaar gaan?’, vroeg Dick zich af toen ‘De wonderjaren van Taat & De Regt’ in de stampvolle boekhandel Paagman ten doop werd gehouden. ‘Eigenlijk ken ik nauwelijks voorbeelden,’ antwoordde Jaap de Regt. ‘Van Kooten & De Bie? Misschien is het dus een Haags ding.’

Cocaïne als amuse

Wat ook bewaard is gebleven, is de eindeloze stroom anekdotes. In ‘De wonderjaren van Taat & De Regt’ staan alle verhalen: de intieme lunches met de prins, een haai in een Scheveningse fontein, cocaïne als amuse en de nacht dat de liefde werd bedreven onder ‘De Stier van Potter’. Wie Den Haag liefheeft, en dat geldt zeker voor ondernemers, moet dit boek lezen!

‘De wonderjaren van Taat & De Regt’
Auteur: Casper Postmaa
Uitgever: Primavera
Prijs: € 19,50
ISBN: 978-90-5997-306-0

Klik hier om het boek te bestellen

datum 20-mei-2020
tekst Casper Postmaa / beeld Piet Gispen

Het cateringbedrijf Taat & De Regt was een van de smaakmakers in het Den Haag van de jaren tachtig. Alles kon, the sky was the limit. Journalist Casper Postmaa schreef een fascinerend boek over deze twee ondernemers uit de Vogelwijk.

Als je de verhalen mag geloven, viel er in de jaren zeventig en tachtig weinig te beleven in Den Haag. De wilde jaren van de popscene waren voorbij en de residentie leek weer weg te dommelen in dromen over Indië en het fin-de-siècle.

Spektakel

Maar rock-’n-roll was er nog steeds, zij het van een andere signatuur. In 1979 stonden twee jonge ondernemers op die het gezicht van Den Haag in de jaren tachtig mede zouden bepalen. Dick Taat (1949) en Jaap de Regt (1951) haalden met hun cateringbedrijf Taat & De Regt in één keer de bezem door het saaie landschap van recepties, ontvangsten en partijen. Geen slappe jus, plakjes cake en lauwe wijn meer, maar spektakel!


Wassenaarse ‘garden parties’ groeiden uit tot feesten die tot vroeg in de ochtend duurden.

Wassenaarse ‘garden parties’ groeiden uit tot feesten die tot vroeg in de ochtend duurden, met bars en bands in de tuin, lampionnen in de bomen en een nieuw fenomeen in Den Haag: de barbecue. Vooral dat laatste bleek een kaskraker te zijn; de vader van Dick Taat had ze ontworpen en in elkaar gezet op basis van oude olievaten.

‘De wonderjaren van Taat & De Regt’

De Haagse journalist Casper Postmaa schreef een boek over het roemruchte tweetal, ‘De wonderjaren van Taat & De Regt´. Het boek vertelt drie verhalen: één over de geschiedschrijving van de jaren tachtig in Den Haag.

Taat en de Regt waren zo bekend dat Jaap Vegter ooit een cartoon van het cateringduo maakte

Daarnaast kun je het lezen als een studieboek voor startende ondernemers die willen weten wat ze in de praktijk kunnen verwachten en ten slotte is het een verhaal over een unieke vriendschap. Want de hechte band tussen Dick en Jaap, die rond hun tiende jaar ontstond, was het platform waarop hun bedrijf kon gedijen.

Jonge medewerkers, gestoken in felgekleurde, gestreepte jasjes, waren al snel de favoriet waren bij de dames in de diverse Haagse en Wassenaars circuits.

Maar er waren meer factoren die maakten dat de dynamiek tussen stad en bedrijf zo bijzonder was. Als ongeschoolde nieuwkomers in het bedrijfsleven vertrouwden Dick Taat en Jaap de Regt in het begin vooral op hun eigen vriendenkring.

Vogelwijk

Jonge medewerkers, meestal uit de Vogelwijk, gestoken in felgekleurde, gestreepte jasjes – overgehouden aan een crickettour door Engeland – die dankzij hun energieke uitstraling en jeugdige enthousiasme al snel de favoriet waren bij de dames in de diverse Haagse en Wassenaars circuits. Het kwam nogal eens voor dat bepaalde partymanagers boven aan het menu stonden dat gastvrouwen in de villadorpen van de Randstad bij Dick Taat bestelden.


Zelden waren opdrachtgevers bestand tegen de charmes van de praatgrage verkoper.

Want Taat was de verkoper van het tweetal. Zonder twijfel was de door de praktijk afgedwongen taakverdeling tussen Dick en Jaap ook een sleutel tot hun succes. Jaap was de stille, keiharde werker die op de achtergrond wonderen verrichtte als het ergens tijdens de vele partijen – in de topjaren duizenden couverts per weekend – weer eens uit de hand liep omdat er in plaats van duizend genodigden vijftienhonderd gasten kwamen opdagen.

Culinaire brein

Daarnaast onderscheidde hij zich bij de talloze verbouwingen die het bedrijf vaak zelf uitvoerde. Taat was vrijwel in alles anders: zelden waren opdrachtgevers bestand tegen de charmes van de praatgrage verkoper, maar handig in de praktische zin van het woord was hij niet. ‘Wat mijn ogen zien, vernietigen mijn handen,’ is een gevleugelde uitspraak van hem, waarmee hij zichzelf ook tekortdoet. Want van een man die nog geen ei kon bakken, groeide hij uit tot het culinaire brein achter het zich steeds vernieuwende cateringbedrijf.

Jaap de Regt in zijn jonge jaren. De snor draagt hij nog altijd

De geschiedenis van Taat & De Regt is in elk opzicht groots en meeslepend, en misschien was het wel daarom dat Dick en Jaap de zaak begin jaren negentig verkochten, want in die tijd liepen ze ondanks hun ontzagwekkende inzet en creativiteit harde klappen op. Ze overleefden het en na een korte adempauze gingen ze als ondernemer ieder hun eigen weg. En ook toen waren ze succesvol

GREENS

Lees ook:
De beste wijn & spijs-plekken volgens wijngoeroe Nico McGough

 

En de vriendschap bleef overeind. ‘Waar maak je dat mee, dat duo’s die een intensieve werkrelatie hebben níét met ruzie uit elkaar gaan?’, vroeg Dick zich af toen ‘De wonderjaren van Taat & De Regt’ in de stampvolle boekhandel Paagman ten doop werd gehouden. ‘Eigenlijk ken ik nauwelijks voorbeelden,’ antwoordde Jaap de Regt. ‘Van Kooten & De Bie? Misschien is het dus een Haags ding.’

Cocaïne als amuse

Wat ook bewaard is gebleven, is de eindeloze stroom anekdotes. In ‘De wonderjaren van Taat & De Regt’ staan alle verhalen: de intieme lunches met de prins, een haai in een Scheveningse fontein, cocaïne als amuse en de nacht dat de liefde werd bedreven onder ‘De Stier van Potter’. Wie Den Haag liefheeft, en dat geldt zeker voor ondernemers, moet dit boek lezen!

‘De wonderjaren van Taat & De Regt’
Auteur: Casper Postmaa
Uitgever: Primavera
Prijs: € 19,50
ISBN: 978-90-5997-306-0

Klik hier om het boek te bestellen