Amare te hoogdrempelig voor de gewone Hagenees? “Absoluut niet”
Nee, programmeur Corné Ran vindt Amare absoluut niet hoogdrempelig. “De musicals ‘Hij gelooft in mij’ en ‘Maduro’ hebben hier gestaan. Net als popformaties als de Zombies en Di-rect."
DATUM
27 december 2022
TEKST
Herman Rosenberg
BEELD
Brian Mul / Brian Bol / PR
Amare te hoogdrempelig voor de gewone Hagenees? “Absoluut niet”
Nee, programmeur Corné Ran vindt Amare absoluut niet hoogdrempelig. “De musicals ‘Hij gelooft in mij’ en ‘Maduro’ hebben hier gestaan. Net als popformaties als de Zombies en Di-rect."
Het was best even wennen, toen in oktober 2019 eindelijk de naam van het nieuwe Haagse cultuurgebouw bekend werd gemaakt: Amare. Een van de ideeën erachter – dat het een verwijzing is naar de zee (mare) waaraan Den Haag zo bevallig ligt – klinkt wat vergezocht. De verwijzing naar het Latijn ligt meer voor de hand, dan kom je uit op liefhebben. Van de muziek, van de dans, van het theater, van alle cultuur die hier te genieten valt.
‘De sfeer is hier fantastisch’
Corné Ran, verantwoordelijk voor de programmering van een belangrijk deel van de uitvoeringen en voorstellingen, voegt er nog een dimensie aan toe. “Het is heerlijk om te merken dat ontzettend veel mensen dit nieuwe gebouw omarmen en liefhebben. ‘Wat een allure!’, hoor ik heel vaak. Terecht, want de sfeer is hier fantastisch.”
Danstheater
Ran heeft gelijk. Het prachtig aangelichte complex brandt ’s avonds in de stad als een grote lantaarn. Binnen verrast het gebouw het publiek met z’n ruime hal, hoge trappenhuis en weidse foyers. En in dat geheel hangen de twee grote zalen – de Concertzaal en het Danstheater – als mysterieuze, sculpturale objecten. Als bezoeker wil je gewoon weten wat er zich in het binnenste van deze cultuurtempel bevindt en afspeelt.
“Het zindert in Amare,” zegt Ran enthousiast. We spreken hem in de grote kantine op de derde verdieping, waar iedereen elkaar ziet, van dansers tot studenten, van stafleden tot orkestmusici. “In dit gebouw kan alles,” vervolgt de programmeur. “Eigenlijk zijn die aanduidingen van de zalen te beperkt. Het Danstheater bijvoorbeeld is ook uitermate geschikt voor musicals en opera’s. De Concertzaal is ook goed te gebruiken voor congressen. Als staf zijn wij trots op het gebouw en durven we ook weer topartiesten en topensembles uit te nodigen, zoals het Bach Collegium Japan, het koor en orkest van Masaaki Suzuki, die ooit studeerde aan het Koninklijk Conservatorium. En we krijgen ook een pianistenserie met komend jaar de Canadese Angela Hewitt en de Poolse Pjotr Anderszewski.
Dat klinkt goed allemaal, maar is Amare al met al niet toch wat hoogdrempelig voor de gewone Hagenees? “Nee,” roept Ran, “absoluut niet. De musicals ‘Hij gelooft in mij’ en ‘Maduro’ hebben hier gestaan. Popformaties als de Zombies en Di-rect hebben opgetreden in de Concertzaal, een programmering die we samen doen met het Paard. Dan kunnen de stoelen eruit, zoals bij Di-rect, en staan er bars met biertap ín de zaal. Daarvoor liggen er speciale bierleidingen.
‘Het is heus niet alleen maar Beethoven en Bach hier’
Ja, echt. Zonder stoelen kunnen we 2500 man hebben en daarmee zijn we groter dan Tivoli in Utrecht. Het is dus heus niet alleen maar Beethoven en Bach hier. Ook amateurkoren krijgen hier een kans en niet te vergeten de wereldmuziek. O ja, John Cleese heeft hier ook opgetreden. Afwisselender kan niet.”
Nieuwe Kerk
En toch zijn de vele podia van Amare – er zijn ook nog twee kleinere zalen – niet het enige dat de stichting die het gebouw exploiteert te bieden heeft. Ran, wijzend in de richting van het Spui: “Daar staat de good old Nieuwe Kerk, een schitterend zeventiende-eeuws gebouw met een fantastische akoestiek. Radio 4 komt hier geregeld opnemen; koren en kleinere orkesten spelen hier graag.”
Intussen is het een drukte van belang geworden in de kantine. Een deel van de cast van ‘Maduro’ komt luid pratend binnen. Maar er zitten ook studenten en zelfs kinderen. Die komen van de hoogste verdiepingen van Amare, die het magische domein zijn van het Koninklijk Conservatorium (KC). De kinderen bevolken de klassen van de School voor Jong Talent. “Hier worden de topmusici en -dansers van de toekomst opgeleid,” zegt Ran. “Voorheen zat het KC op een ongunstige plek, nu zit het hier in het hart van de stad. De studenten zorgen voor sfeer en levendigheid en kunnen contact leggen met de profs van het Residentie Orkest en het Nederland Dans Theater. Ook dát is een speciale kwaliteit die Amare biedt.”
We wandelen nog even door de vorstelijke foyers, waar de counters alweer klaarstaan voor de voorstelling van vanavond. “Voor ik het vergeet,” zegt Ran terwijl hij stil blijft staan, “voor de foyers komt er een aparte programmering van concertjes en andere kleinere optredens. Hier is altijd wat te doen. En kijk, hier staat een piano. Speel je zelf? Nee? Jammer, want iedereen mag hier spelen. Net als op het station, maar dan op een goed instrument. Dus wil je optreden in Amare? Dit is je kans!”
tekst Herman Rosenberg beeld Brian Mul / Brian Bol / PR
Het was best even wennen, toen in oktober 2019 eindelijk de naam van het nieuwe Haagse cultuurgebouw bekend werd gemaakt: Amare. Een van de ideeën erachter – dat het een verwijzing is naar de zee (mare) waaraan Den Haag zo bevallig ligt – klinkt wat vergezocht. De verwijzing naar het Latijn ligt meer voor de hand, dan kom je uit op liefhebben. Van de muziek, van de dans, van het theater, van alle cultuur die hier te genieten valt.
‘De sfeer is hier fantastisch’
Corné Ran, verantwoordelijk voor de programmering van een belangrijk deel van de uitvoeringen en voorstellingen, voegt er nog een dimensie aan toe. “Het is heerlijk om te merken dat ontzettend veel mensen dit nieuwe gebouw omarmen en liefhebben. ‘Wat een allure!’, hoor ik heel vaak. Terecht, want de sfeer is hier fantastisch.”
Danstheater
Ran heeft gelijk. Het prachtig aangelichte complex brandt ’s avonds in de stad als een grote lantaarn. Binnen verrast het gebouw het publiek met z’n ruime hal, hoge trappenhuis en weidse foyers. En in dat geheel hangen de twee grote zalen – de Concertzaal en het Danstheater – als mysterieuze, sculpturale objecten. Als bezoeker wil je gewoon weten wat er zich in het binnenste van deze cultuurtempel bevindt en afspeelt.
“Het zindert in Amare,” zegt Ran enthousiast. We spreken hem in de grote kantine op de derde verdieping, waar iedereen elkaar ziet, van dansers tot studenten, van stafleden tot orkestmusici. “In dit gebouw kan alles,” vervolgt de programmeur. “Eigenlijk zijn die aanduidingen van de zalen te beperkt. Het Danstheater bijvoorbeeld is ook uitermate geschikt voor musicals en opera’s. De Concertzaal is ook goed te gebruiken voor congressen. Als staf zijn wij trots op het gebouw en durven we ook weer topartiesten en topensembles uit te nodigen, zoals het Bach Collegium Japan, het koor en orkest van Masaaki Suzuki, die ooit studeerde aan het Koninklijk Conservatorium. En we krijgen ook een pianistenserie met komend jaar de Canadese Angela Hewitt en de Poolse Pjotr Anderszewski.
Dat klinkt goed allemaal, maar is Amare al met al niet toch wat hoogdrempelig voor de gewone Hagenees? “Nee,” roept Ran, “absoluut niet. De musicals ‘Hij gelooft in mij’ en ‘Maduro’ hebben hier gestaan. Popformaties als de Zombies en Di-rect hebben opgetreden in de Concertzaal, een programmering die we samen doen met het Paard. Dan kunnen de stoelen eruit, zoals bij Di-rect, en staan er bars met biertap ín de zaal. Daarvoor liggen er speciale bierleidingen.
‘Het is heus niet alleen maar Beethoven en Bach hier’
Ja, echt. Zonder stoelen kunnen we 2500 man hebben en daarmee zijn we groter dan Tivoli in Utrecht. Het is dus heus niet alleen maar Beethoven en Bach hier. Ook amateurkoren krijgen hier een kans en niet te vergeten de wereldmuziek. O ja, John Cleese heeft hier ook opgetreden. Afwisselender kan niet.”
Nieuwe Kerk
En toch zijn de vele podia van Amare – er zijn ook nog twee kleinere zalen – niet het enige dat de stichting die het gebouw exploiteert te bieden heeft. Ran, wijzend in de richting van het Spui: “Daar staat de good old Nieuwe Kerk, een schitterend zeventiende-eeuws gebouw met een fantastische akoestiek. Radio 4 komt hier geregeld opnemen; koren en kleinere orkesten spelen hier graag.”
Intussen is het een drukte van belang geworden in de kantine. Een deel van de cast van ‘Maduro’ komt luid pratend binnen. Maar er zitten ook studenten en zelfs kinderen. Die komen van de hoogste verdiepingen van Amare, die het magische domein zijn van het Koninklijk Conservatorium (KC). De kinderen bevolken de klassen van de School voor Jong Talent. “Hier worden de topmusici en -dansers van de toekomst opgeleid,” zegt Ran. “Voorheen zat het KC op een ongunstige plek, nu zit het hier in het hart van de stad. De studenten zorgen voor sfeer en levendigheid en kunnen contact leggen met de profs van het Residentie Orkest en het Nederland Dans Theater. Ook dát is een speciale kwaliteit die Amare biedt.”
We wandelen nog even door de vorstelijke foyers, waar de counters alweer klaarstaan voor de voorstelling van vanavond. “Voor ik het vergeet,” zegt Ran terwijl hij stil blijft staan, “voor de foyers komt er een aparte programmering van concertjes en andere kleinere optredens. Hier is altijd wat te doen. En kijk, hier staat een piano. Speel je zelf? Nee? Jammer, want iedereen mag hier spelen. Net als op het station, maar dan op een goed instrument. Dus wil je optreden in Amare? Dit is je kans!”